MENU  Contact   Aanmelden  
Naar ledenpagina's

De overlast van het populairste knuffeldier van Nederland

29 januari 2018

Bron: De volkskrant, auteur Frans Glissenaar.

Katten zijn schattig en aandoenlijk, maar ze vermoorden ook vogels en knaagdieren, verspreiden akelige ziektes en houden mensen uit hun slaap.

‘Even wachten’, zegt Marcellina Stolting bij de ingang van de bovenverdieping van mevrouw Van Houten. ‘Ik wil eerst zien hoe ze op mij reageert.’ De zwart-wit gevlekte poes komt voorzichtig naar de deuropening gelopen om Stolting te besnuffelen. Dat is een goed teken, vindt ze. ‘Het is in elk geval een sociaal dier.’

Stolting is kattengedragsadviseur in Amsterdam en we zijn op bezoek bij poes Spicy. Want Spicy, 13 jaar oud, gedraagt zich de laatste tijd raar en lastig. Ze houdt mevrouw Van Houten, die al ver in de 70 is, ’s nachts wakker. Ligt ze net in bed, begint Spicy te mauwen. Dan gaat ze er op een gegeven moment maar weer uit om met haar te spelen of haar iets te eten te geven. Dat gaat even goed, maar zodra mevrouw van Houten ligt, begint Spicy weer. ‘Ik krijg er behoorlijk veel stress van.’ Ook gedraagt Spicy zich soms een beetje agressief. Daarom dacht mevrouw Van Houten dat Spicy dement aan het worden is en heeft ze de dierenarts gevraagd of het niet beter is om Spicy een spuitje te geven. Maar hij verwees haar eerst door naar het Kattengedragsadviesbureau van Stolting. Die heeft er anderhalf uur voor uitgetrokken om Spicy te observeren.

Al vrij snel constateert Stolting dat Spicy last heeft van artrose. Daarom loopt ze moeilijk en is ze misschien soms agressief door de pijn. ‘20 procent van de katten ouder dan 5 jaar heeft artrose, maar veel dierenartsen herkennen dat niet.’ Een warmtematje, een soort elektrisch dekentje, kan goed helpen tegen de pijn. En dat nachtelijk gemauw: dat komt doordat mevrouw Van Houten te veel tegen Spicy praat. ‘Ze reageert op uw praten. En ze heeft gemerkt dat ze door -terug te praten, door te mauwen, aandacht krijgt. En de kat is een nachtdier, dus ze is van nature ’s nachts wakker.’

Minder praten

Advies aan mevrouw Van Houten: minder praten tegen Spicy en zorgen dat de poes moe is als zij gaat slapen. Even vijf minuten met haar spelen en haar een flinke hoeveelheid voedsel geven. ‘Dan heeft ze haar buikje rond en valt ze in slaap. En niet meer reageren als ze toch weer gaat mauwen ’s nachts.’

Stolting, van oorsprong gezondheidskundige en vrijwilliger bij dierenorganisaties, is al vijftien jaar actief op het gebied van kattengedrag en was hiermee de eerste in Nederland. Ze is meer dan fulltime aan het werk en heeft inmiddels drie parttimemedewerkers. Gemiddeld doen zij zo’n tien huisbezoeken per week en elke dinsdag is Stolting de hele dag bezig met telefonisch advies. Een ‘medium’ consult (een huisbezoek van anderhalf uur, plus een maand lang begeleiding) kost 200 euro. Er is ook een lowbudget consult van 75 euro. Gedragsadvies voor katten is een groeimarkt. Er zijn enkele tientallen praktijken in Nederland.

Op sociale media is de kat zo ongeveer heilig verklaard, met het kattenfilmpje als ultieme remedie tegen alles wat slecht is in de wereld. Eva Jinek wijdde eind juli nog een hele uitzending aan katten. Maar in de praktijk blijkt het beestje lang niet zo schattig. Onze zo geliefde huiskat is ook een moordenaar van vogels en zeldzame knaagdieren en een verspreider van besmettelijke ziektes. Vooral om die laatste reden pleit de SGP in het Zeeuwse Kapelle voor een verbod op loslopende katten in de openbare ruimte, zo werd deze week bekend.

Gedragsproblemen

Dat zoveel eigenaren problemen met hun kat hebben, is volgens Stolting niet verwonderlijk. Veel katteneigenaren hebben eigenlijk geen idee hoe ze met hun kat horen om te gaan. ‘Het is een roofdier, met het gedrag dat daarbij hoort, maar daar houden weinig mensen rekening mee.’ Stolting stoort zich er al jaren aan dat kittens veel te jong bij hun moeder worden weggehaald. Volgens de Wet Dieren mag dat na zeven weken. In de praktijk gebeurt het vaak al eerder. Volgens Stolting zou de termijn minstens twaalf weken moeten zijn, zoals bijvoorbeeld in Zweden het geval is, maar liever nog zestien weken. ‘Die periode bij de moeder en broertjes en zusjes is belangrijk voor de socialisatie van katten. Als die verstoord wordt, kan dat ¬later tot gedragsproblemen leiden.’

Gedragsproblemen als agressie en urineren in huis, met als gevolg dat mensen van zo’n kat af willen. Of dat de kat zelf wegloopt. In beide gevallen draagt dat dan bij aan de problematiek van het groeiende aantal zwerfkatten.

Dat zwerfkatten een probleem zijn blijkt onder andere uit twee rapporten die in de afgelopen jaren zijn verschenen. In mei 2015 publiceerden de Wetenschapswinkel en de Wageningen Universiteit het rapport Als de kat van huis is... Daarin wordt het aantal zwerfkatten in Nederland geschat op tussen de 135 duizend en 1,2 miljoen. De schatting is zo ruim, omdat niemand het precies weet en er in Nederland geen centrale registratie is. Wel duidelijk lijkt dat hun aantal blijft groeien zolang er geen adequate maatregelen worden genomen.

Dode vogels

De problemen die zwerfkatten kunnen veroorzaken zijn divers. Zo kunnen ze in natuurgebieden een bedreiging zijn voor daar levende beschermde diersoorten. Op Texel bijvoorbeeld loopt de noordse woelmuis, een knaagdier dat in Nederland nog maar weinig voorkomt, ernstig gevaar. In het rapport Vat op de Zwerfkat van de Raad voor Dierenaangelegenheden uit 2016, wordt nog op een ander risico gewezen. Volgens dit rapport is het aannemelijk dat zwerfkatten verschillende zoönosen verspreiden, dierenziektes die op mensen overslaan. De gevaarlijkste daarvan is toxoplasmose, een parasitaire infectie, die wordt verspreid via de ontlasting van katten. Bij mensen kan dit leiden tot vermoeidheid, spierpijn en koorts, maar in ernstige gevallen ook tot oogontstekingen, longontsteking of hersenvliesontsteking. Nog gevaarlijker is toxoplasmose voor zwangere vrouwen. Volgens het rapport zijn er in Nederland jaarlijks zo’n vijfhonderd gevallen waarbij kinderen met de infectie worden geboren, met soms ernstige gevolgen zoals een waterhoofd, verkalkingen in de hersenen of blindheid.

Dit soort overlast wordt in grote mate, maar niet alleen door zwerfkatten veroorzaakt. Ook de brave huiskat die thuis zijn natje en droogje krijgt, kan door het poepen in de zandbak of in de tuin van de buren ziektes verspreiden en blijkt buitenshuis vaak de kille moordenaar die hij als roofdier nu eenmaal is. Uit onderzoeken in natuurgebieden is gebleken dat daar niet alleen verwilderde zwerfkatten rondlopen, maar ook katten die wel een thuis hebben. Vooral -vogelbeschermers storen zich in toenemende mate aan katten die beschermde vogels doden en bijvoorbeeld de jongen uit de nesten van weidevogels als de kievit en de grutto aanvallen. Terwijl ze over het algemeen die vogels niet eens opeten, omdat ze helemaal geen honger hebben.

Het aantal vogels dat door katten wordt gedood is groot. Dierecoloog Jasja Dekker deed onderzoek naar het fenomeen en schatte dat het aantal gedode vogels in Nederland jaarlijks tussen de 50 en 215 miljoen ligt. Dit op basis van het gegeven dat er in Nederland tussen de drie en vier miljoen huiskatten zijn. Jaap Graveland, bioloog en actief lid van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, ging zelf ook aan het rekenen. Voor alleen de Krimpenerwaard (een Zuid-Hollands poldergebied van ongeveer 160 vierkante kilometer) kwam hij tot een totaal van 240 duizend vogels. Hij schreef daarover in de Waardvogel, het blad van de werkgroep. Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. ‘Het is nu eenmaal de natuur, zeggen mensen dan. Of: ze zouden die boeren met hun landbouwgif moeten aanpakken, niet die leuke katjes.’

Katten vangen

Graveland is geen kattenhater, maar hij ziet met eigen ogen het gevaar dat katten vormen voor de vogelstand, juist ook in poldergebied. Hij coördineert een project in de regio waarbij zeventig erfeigenaren hun terrein meer geschikt voor vogels proberen te maken. Daarbij stuit hij soms op grote onwetendheid. ‘Laatst kwamen we bij mensen die drie katten op hun erf hadden rondlopen. Dit zijn hele lieve katten hoor, die doen niets, zeiden ze. Maar het heeft natuurlijk totaal geen zin om daar nestkasten op te gaan hangen. Zelfs al zouden die katten geen vogels doden, ze verstoren alles. Als merels bijvoorbeeld katten zien, gaan ze heel fel alarmeren. Eksters zien dat en die weten dan waar die merel haar nest heeft en halen het leeg.’

In het oude boerderijtje van meneer Theunissen in Oudhoorn, een dorpje vlakbij Hellevoetsluis, zitten Joke Blokland en twee vrijwilligers van de stichting Zwerfkatten Rijnmond aan de koffie. Ze zijn gekomen om de zwerfkatten te vangen die al jaren op en rond het erf vertoeven, voornamelijk doordat mijnheer Theunissen twee keer per dag eten en drinken voor ze klaarzet. Mijnheer Theunissen loopt al tegen de 90, woont alleen en hij wil eigenlijk van die zorg af. Liefst zou hij willen dat de stichting de katten vangt en dat ze nooit meer terugkomen, maar zo werkt dat niet.

De katten worden wel gevangen en gesteriliseerd of gecastreerd, maar zullen daarna weer op dezelfde plek worden teruggezet. ‘Verwilderde katten kunnen nooit meer huiskatten worden’, zeg buiten-coördinator Blokland. ‘En we mogen en willen ze ook geen spuitje geven. Dus we brengen ze hier terug, maar ze zullen zich dan in ieder geval niet vermeerderen. En eerlijk gezegd, als meneer ze niet meer zou voeren, redden ze zichzelf hier ook wel. Ik denk dat er hier muizen genoeg in de buurt zijn.’

Vangkooien

Na de koffie worden op drie verschillende plekken vangkooien geplaatst: langwerpige kooien, waarin achterin lokvoer wordt gelegd. Als het goed is heeft mijnheer Theunissen al sinds de vorige ochtend geen voer meer neergelegd, dus zijn de katten hongerig. Als de kat tot achter in de kooi loopt, trapt hij op een drempeltje, waardoor de opening dichtklapt. Al vrij snel komen een paar van de katten aan de kooien snuffelen. Eén voor één kruipen ze in een kooi en komen er niet meer uit, tegen half 1 ’s middags zijn er al vijf gevangen. Dan zijn er nog wel vier te gaan, want volgens het lijstje dat mijnheer Theunissen heeft gemaakt (‘een zwarte’, ‘een grijze’, ‘nog een grijze’) zijn het er negen.

‘We gaan net zo lang door tot we ze alle negen hebben’, zegt Blokland. ‘Desnoods laten we de kooien ’s avonds staan en komen we iedere dag terug, want als je ze niet allemaal vangt, heeft het geen zin.’

Een van de problemen rond de omgang met huis- en zwerfkatten is dat het in Nederland niet verplicht is de beesten te chippen. Dus als een krolse poes een hele buurt wakker houdt, of als die lieve Poekie weer eens een grutto heeft vermoord, is het vaak moeilijk te achterhalen wie de eigenaar is.

Verplicht chippen

Mede daarom pleiten verschillende natuur- en dierenorganisaties al jaren voor het verplicht chippen. En de Raad voor Dierenaangelegenheden, een officieel adviesorgaan van de overheid, stelde in haar rapport van 2016 dat alle jonge katjes vóór ze geslachtsrijp zijn zouden moeten worden gecastreerd of gesteriliseerd. Alleen daarmee voorkom je volgens de raad dat het aantal zwerfkatten in Nederland zich alsmaar verder uitbreidt. Aanwas van nieuwe poezen kan dan alleen nog plaatsvinden bij erkende fokkers, waarmee er tegelijkertijd een betere controle op het fokken van katten kan plaatsvinden.

Staatssecretaris Martijn van Dam van economische zaken, verantwoordelijk voor dierenaangelegenheden, liet in juli 2016 weten dat hij niet van plan was de aanbevelingen van de raad over te nemen, ‘vanwege de administratieve lasten, de verwachte beperkte bijdrage aan de ¬reductie van zwerfdierpopulaties en de zeer lastige handhaafbaarheid’. Eerder al liet zijn voorganger, Sharon Dijksma, weten dat zij er niet voor voelde verplicht chippen en steriliseren in te voeren. Tijdens een algemeen overleg over dierenwelzijn in de Kamercommissie in juni 2015 werd ook gesproken over het voorstel van het Kattengedragsadviesbureau om de scheidingsleeftijd voor jonge poesjes te verhogen. De enige partij die dit advies actief ondersteunde was de Partij voor de Dieren.

Over het algemeen lijkt er in de Tweede Kamer weinig interesse in de kattenproblematiek. En ook op gemeentelijk niveau valt dat tegen. De Stichting Zwerfkatten Rijnmond werkt met tachtig vrijwilligers en enkele parttime-werknemers en is bijna geheel afhankelijk van particuliere donaties. ‘Vorig jaar hebben we een bijdrage van de gemeentes Rotterdam en Schiedam gekregen, maar alle andere gemeentes in de regio laten het afweten’, zegt directeur Ineke Jochims. ‘Al twee keer hebben we alle 28 gemeentes uitgenodigd voor een presentatie en een rondleiding in de zwerfkattenopvang, zodat ze kunnen zien wat we doen, ook voor hen. Maar er is er geen één komen opdagen.’

<< Terug naar overzicht alle berichten